Genesis 29:11

10) kuste

Naar het gebruik van die landen, bij manier van groetenis; zo in het komen, gelijk hier Gen. 29:13, en onder Gen. 33:4; Exod. 4:27, en Exod. 18:7; als in het scheiden, Ruth 1:14; 1 Sam. 20:41; 1 Kon. 19:20.

Ge 29.13 33.4 Ex 4.27 18.7 Ru 1.14 1Sa 20.41 1Ki 19.20

11) weende.

Te weten, van blijdschap, omdat hij daar zijn nicht zo bekwamelijk en tijdig ontmoette. Zie van dergelijk wenen ook onder, Gen. 33:4.

Ge 33.4

Genesis 43:30

41) ingewand

Het ingewand des mensen betekent eigenlijk zijn inwendige delen: als hart, long, lever, maag, enz. Naardien nu deze, en voornamelijk het hart, als men met barmhartigheid en medelijden over iemand bevangen wordt, zeer bewogen en ontstoken worden, zo wordt het ingewand genomen voor de barmhartigheid zelve, uit het diepste van het hart des mensen voorkomende; 1 Kon. 3:26; Fil. 2:1; Col. 3:12.

1Ki 3.26 Php 2.1 Col 3.12

Genesis 46:29

40) als hij zich

Het schijnt dat Jozef, nabij zijn vader gekomen zijnde, zich met alle vriendelijkheid aan hem vertoond heeft, om van hem gekend te mogen worden.

41) zo viel hij

Zie boven, Gen. 33:4, en Gen. 45:14; Luk. 15:20; Hand. 20:37.

Ge 33.4 45.14 Lu 15.20 Ac 20.37

42) lang aan

Anders, een tijdlang. Hebr. nog.

Ruth 1:14

27) schoonmoeder,

Versta, Naomi, nemende daarmede haar afscheid, en wederkerende naar haar woonplaats. Zie Ruth 1:15, en boven, Ruth 1:9.

Ru 1.15,9

28) kleefde haar aan.

Dat is, zij wilde van Naomi niet scheiden, maar bleef bij haar en trok met haar voort, gelijk in het vervolg verhaald wordt.

Acts 20:37

83) geween van

Een teken van hartelijke liefde tot hunnen leraar.

Copyright information for DutKant