Genesis 3:15

25) En Ik zal

Dit vonnis is voornamelijk uitgesproken tegen den duivel, die de meeste oorzaak was van den val des mensen.

26) uw zaad

Versta hierdoor alle kinderen des duivels, Joh. 8:44.

Joh 8.44

27) haar zaad:

Dit zaad is eigenlijk alleen de Heere Christus, de eniggeboren Zoon Gods die uit de vrouw, ene maagd zijnde door de werking van Gods Geest, in de volheid des tijds moest geboren worden, om door de verdienste zijns doods en de kracht zijns Geestes den duivel al zijn geweld te benemen, en onder zijne en zijner gemeente voeten te vertreden. Zie Ps. 110:1; Joh. 12:31; Rom. 16:20; Hebr. 2:14; 1 Joh. 3:8. Dit is de eerste Evangelische belofte des levens, gesteld tegen de eerst voorgaande aanzegging des doods.

Ps 110.1 Joh 12.31 Ro 16.20 Heb 2.14 1Jo 3.8

28) en gij zult het

Dat is, de duivel en zijn zaad zullen Christus en zijne gemeente vervolgen, maar niet kunnen uitroeien en verderven.

Romans 16:25-26

54) mijn Evangelie

Dat is, dat door mij gepredikt is. Zie Rom. 2:16.

Ro 2.16

55) en de prediking van Jezus Christus,

Dat is, hetwelk is de prediking, namelijk •f die de Heere Christus zelf gepredikt heeft; Hebr. 1:1,2, •f wiens inhoud is de Heere Christus; 1 Cor. 2:2.

Heb 1.1,2 1Co 2.2

56) der verborgenheid,

Dat is, van de leer des Evangelies van Christus nu in het vlees gekomen zijnde, welke v¢¢r dezen alzo niet is bekend geweest, en in welke leer zodanig ene wijsheid Gods geopenbaard wordt, die door gener creaturen verstand kon doorgrond worden; 1 Petr. 1:12.

1Pe 1.12

57) [van] de tijden der eeuwen

Grieks, eeuwige tijden; of van de tijden der wereld; dat is, nadat de wereld geschapen is geweest.

58) verzwegen is geweest;

Dit is te verstaan, niet alzo, dat men in het Oude Testament van de Evangelische leer niet zou hebben geweten; want in Rom. 16:26 wordt verklaard, dat de openbaring dezer leer ook geschied is door de profetische schriften; maar ten aanzien van die klare openbaring en verkondiging nu in het Nieuwe Testament geschied, alzo Christus toen nog niet was gekomen; en de heidenen daarvan ganselijk niet wisten; Ps. 147:20; Ef. 2:12.

Ro 16.26 Ps 147.20 Eph 2.12
59) nu geopenbaard is,

Namelijk in de tijden des Nieuwen Testaments.

60) de profetische Schriften,

Namelijk in welke de Messias beloofd en beschreven wordt, met al zijne omstandigheden en weldaden; Hand. 26:22; Rom. 1:2, en Rom. 3:21; 1 Petr. 1:10, wanneer dezelve worden vergeleken met hetgeen in het Nieuwe Testament wordt beschreven in Christus vervuld te zijn.

Ac 26.22 Ro 1.2 3.21 1Pe 1.10

61) naar het bevel

Of, ordonnantie Gods, die goedgevonden heeft alzo der mensen zaligheid teweeg te brengen, en die niet is gehouden daarvan iemand rekenschap te geven.

62) bekend is gemaakt;

Namelijk daar het tevoren onder hen verzwegen was, Rom. 16:25.

Ro 16.25
Copyright information for DutKant