Genesis 30:33

50) Zo zal

Dat is, wanneer gij heden of morgen eens zult komen bezichtigen, wat mij ter beloning toegevallen is, zo zal duidelijk en onwedersprekelijk blijken wat mijn rechtvaardig loon is, of het tegendeel.

51) morgen

Dat is, in den toekomenden tijd. Alzo is dit woord morgen dikwijls in de Heilige Schrift genomen; gelijk Exod. 13:14; Deut. 6:20; Joz. 4:6; Matth. 6:34.

Ex 13.14 De 6.20 Jos 4.6 Mt 6.34

52) als gij

Anders, als zij komen zal om mijn loon.

Psalms 24:5

10) ontvangen

Of wegdragen, afdragen.

11) gerechtigheid

Dat is, de vrucht der gerechtigheid, te weten, tijdelijken zegen en eeuwige heerlijkheid. Zie Jes. 48:18; Hos. 10:12: of hij zal van God, zijn Zaligmaker, ontvangen de weldaden, die Hij zijnene kinderen rechtvaardiglijk uitdeeldt, niet naar hunne verdiensten, maar volgens zijn genadige en getrouwe beloften die Hij naar zijne gerechtigheid houdt; zie Hebr. 6:9,10; 1 Joh. 1:9.

Isa 48.18 Ho 10.12 Heb 6.9,10 1Jo 1.9

12) zijns

Dat is, die zijn Heiland, of Zaligmaker is.

Psalms 85:13

22) het goede geven;

Versta hier, de goede gift en volmaakte gave, die van boven komt van den Vader der lichten; Jak. 1:17.

Jas 1.17

Psalms 112:9

13) Hij strooit uit,

Te weten, zijn rijkdom, zonder iets daarvan te hopen; Luk. 6:35. Zie ook 2 Cor.. 9:9.

Lu 6.35 2Co 9.9

14) zijn gerechtigheid

Dat is, hij wordt nimmermeer moede van weldadigheid, of vruchten der gerechtigheid voort te brengen. Verg. Ps. 112:3.

Ps 112.3

15) zijn hoorn zal

Dat is, eer en macht. Zie Deut. 33:17, en 1 Sam. 2:1; Ps. 89:18,25, en Ps. 92:11.

De 33.17 1Sa 2.1 Ps 89.17,24 92.10

Isaiah 58:8

31) uw licht

Dat is, uw geluk en vreugde. Zie Esth. 8:16, en Job 18:6.

Es 8.16 Job 18.6

32) uw gerechtigheid

Dat is, de vrucht uwer gerechtigheid, te weten uwe gelukzaligheid, die u de Heere uit genade geven zal. Zie Ps. 24:5. Anderen verstaan hier door de gerechtigheid den Heere Christus zelf, gelijk Jer. 23:6.

Ps 24.5 Jer 23.6

33) de heerlijkheid

Dat is, de gelukzaligheid, die haar oorsprong heeft in de goedheid en macht des Heeren, die daarmede zijne heerlijkheid te kennen geeft.

34) zal uw achtertocht

Hebreeuws, zal u verzamelen. Zie de aantekening Num. 10:25; Jes. 52:12.

Nu 10.25 Isa 52.12
Copyright information for DutKant