Genesis 31:13

17) God van

Dat is, die u te Bethel verschenen ben, en beloofd heb u bij te blijven, u te bewaren, en in Kana„n wederom te brengen.

18) in het land

Zie boven, Gen. 31:3, en onder, Gen. 31:18.

Ge 31.3,18

Genesis 31:26-27

41) u van mijn

Zie boven, Gen. 31:20.

Ge 31.20

42) als gevangenen

Dat is, die met geweld en tegen haar wil weggevoerd worden; hetwelk Laban ten onrechte Jakob verwijt. Zie boven, Gen. 31:14,15,16.

Ge 31.14,15,16
43) Waarom zijt

Hebr. waarom hebt gij u verborgen om te vluchten?

44) hebt [u]

Dat is, waarom zijt gij steelsgewijze, buiten mijn weten, van mij weggetrokken? Verg. dit met Gen. 31:20. Anders, aldus: hebt mij bestolen, of mij gestolen, dat is, het mijne gestolen.

Ge 31.20

45) geleid had

Zie boven, Gen. 18:16.

Ge 18.16

46) harp?

Zie Gen. 4:21.

Ge 4.21

2 Samuel 15:6

7) En naar die wijze

Hebreeuws, naar dit woord, of naar deze zaak; dat is, aldus, op deze wijze.

8) stal Absalom

Dat is, hij gewon en trok tot zich de genegenheid der Isra‰lieten. Vergelijk Gen. 31:20.

Ge 31.20

2 Samuel 19:3

3) steelsgewijze

Hebreeuws, het volk stal zich om te komen, of, komende.

4) stad,

Mahana‹m.

Copyright information for DutKant