Genesis 31:3

3) tot het land

Dat is, het land Kana„n, hetwelk Ik uw vader Izak en uw grootvader Abraham beloofd heb; hoewel zij in dezen tijd daar niet in hadden dan den akker en de spelonk, waarin Sara begraven was.

4) Ik zal

Zie boven Gen. 21:22, en Gen. 26:24; idem, onder, Gen. 32:9 waar Jakob zelf deze woorden verklaart.

Ge 21.22 26.24 32.9

Genesis 31:18

27) het vee

Hebr. het vee zijner bezitting.

28) te Paddan-Aram

Zie boven, Gen. 25:20.

Ge 25.20
Copyright information for DutKant