Genesis 31:54

84) slachtte Jakob

Te weten, slachtbeesten tot een vrolijken maaltijd. Het Hebreeuwse woord betekent wel offeren, maar ook slachten tot een maaltijd; gelijk 1 Sam. 28:24; 1 Kon. 1:9; 2 Kron. 18:2, enz.

1Sa 28.24 1Ki 1.9 2Ch 18.2

85) brood te

Dat is, om den maaltijd te houden. Zie onder, Gen. 37:25; Exod. 18:12; 2 Kon. 6:22, en Luk. 14:1, enz.

Ge 37.25 Ex 18.12 2Ki 6.22 Lu 14.1

Isaiah 34:6

18) van het bloed

Ene gelijkenis, genomen van de slachtoffers van het Oude Testament.

19) der lammeren

Dat is, van de mensen, die klein en gering zijn. Of, lammeren betekent de jongen, bokken de ouden.

20) een slachtoffer

Of, ene slachting. Het Hebreeuwse woord, hetwelk dikwijls een slachtoffer betekent, is ook meermalen voor slachting genomen, gelijk Gen. 31:54; 1 Sam. 28:24, en 1 Kon. 19:21.

Ge 31.54 1Sa 28.24 1Ki 19.21

21) Bozra,

Dit was de hoofdstad in der Edomieten land, en zij is geweest een voorbeeld der stad Rome. Vergelijk hiermede Openb. 18:2; van Bozra in Moab, zie Jer. 48:24.

Re 18.2 Jer 48.24

Jeremiah 46:10

20) heirscharen,

Zie 1 Kon. 18:15.

1Ki 18.15

21) slachtoffer in het land

Of slachtmaal; dat is, Hij zal zijne vijanden laten slachten, en dit zijn rechtvaardig oordeel zal voor hem zo aangenaam zijn als een slachtoffer, want zijn naam zal daardoor verheerlijkt worden. Vergelijk Jes. 34:6; Ezech. 39:17, enz. met de aantekening.

Isa 34.6 Eze 39.17

22) noorden,

Want Karchemis was tegen het noorden van Egypte af gelegen.

Ezekiel 39:20

37) wagen[paarden],

Idem, muilen, ezels, enz. Vergelijk de aantekening 2 Sam. 8:4.

2Sa 8.4

38) alle krijgslieden,

Dat is, allerlei, of alle deze, o vele dappere mannen van oorlog. Hebreeuws, heldkrijgsman.

Zephaniah 1:7-8

21) Zwijgt

Dat is, murmureert niet tegen den Heere, maar bekent dat Hij oprecht oordeelt. Of, houdt u maar stil, gij zult in het kort de uitvoering zijner dreigementen zien.

22) voor het aangezicht des Heeren HEEREN;

Dat is, vanwege de tegenwoordigheid des Heeren.

23) de dag des HEEREN is nabij;

Te weten, de dag der wraak des Heere, in welken Hij de goddeloze afgodische Joden straffen zal. Alzo Zef. 1:14. Van den dood van den koning Josia af zijn de Joden geduriglijk van de ene ellende in de andere vervallen, totdat hunne koningen en zij met hen ten ondergebracht zijn geworden.

Zep 1.14

24) een slachtoffer bereid,

Of, een slachtmaaltij, tot welken men vee slachtte. Het Hebr. woord betekent ook een beest, hetwelk geslacht werd om geofferd te worden. En versta hier, door deze slachting, ene slachting der Joden. Zie dergelijke manier van spreken Jes. 34:6; Jer. 46:10, en Openb. 19:17.

Isa 34.6 Jer 46.10 Re 19.17

25) Zijn genoden

Versta door deze genodigde gasten de Chalde‰n en andere vijanden der Joden, die uit hun eigen land naar Jeruzalem komen zouden, om daar alles te vermoorden en te roven. Doch men kan hier ook wel door de genodigden verstaan de vogelen des hemels en de wilde dieren des velds, die het vlees der gedode Joden eten zouden, gelijk Deut. 28:26, en Ezech. 39:17.

De 28.26 Eze 39.17

26) geheiligd.

Dat is, bereid of afgezonderd. Zie Jer. 12:3.

Jer 12.3
27) dat Ik bezoeking zal doen

Voor dat Hij, te weten de Heere. Alzo Zef. 1:7.

Zep 1.7

28) over de kinderen des konings,

Zie de vervulling Jer. 39:6.

Jer 39.6

29) die zich kleden met vreemde kleding.

Hebr. die zich kleden met de klederen van een vreemd [volk], denheidenen ten gevalle. Anderen verstaan de dartele en brooddronken willen, niet tevreden zijnde met de gewone dracht der klederen in hun land gebruikelijk, maar willen het alles naar een nieuwe mode en uitlands fatsoen hebben.

Revelation of John 19:17

44) staande in de zon;

Namelijk om de gehele lucht door gehoord te worden; gelijk de herauten in hoge en luchtige plaatsen den last van hun oversten kapitein plegen te verkondigen, om door ieder gehoord te kunnen worden.

45) tot al de vogelen,

Een figuurlijke manier van spreken, genomen uit Jer. 12:9, en Ezech. 39:17, waardoor een overgrote nederlaag der vijanden Gods wordt te kennen gegeven, waarvan de dode en verslagene lichamen tot een prooi van de wilde vogels en wrede gedierten gelaten worden. Maar deze zullen hier na deze slachting Gods, in het dal Armageddon, Openb. 16:16, tot een prooi der duivelen en der hel overgegeven worden, gelijk Openb. 19:20 wordt verklaard.

Jer 12.9 Eze 39.17 Re 16.16 19.20

46) het avondmaal des

Dat is, hetwelk God in Zijn toorn over deze Zijn vijanden voor u bereid heeft.

Copyright information for DutKant