Genesis 31:7

9) heeft bedriegelijk

Anders, met mij gespot.

10) tien malen

Dat is, dikwijls, alzo wordt het getal tien, voor dikwijls genomen; onder, Gen. 31:41; Lev. 26:26; Num. 14:22; 1 Sam. 1:8, en Job 19:3.

Ge 31.41 Le 26.26 Nu 14.22 1Sa 1.8 Job 19.3

1 Kings 18:27

44) hij in gepeins is,

Dat is, omdat hij wat heeft te denken, en met zijn zinnen te overleggen; of omdat hij met iemand heeft te spreken. Want het Hebreeuwse woord betekent zowel met den mond spreken als met het hart iets bedenken.

45) wat te doen heeft,

Anders, vervolg heeft; te weten, waardoor hij wordt aangezocht van anderen of hij zelf anderen zoekt en najaagt als mensen of beesten.

46) en zal wakker worden.

Te weten, indien gij luide genoeg roept.

Job 13:9

16) Zal het goed zijn,

Dat is, zal het eerlijk en voordelig zijn voor u? Hij wil zeggen: Neen, maar veel meer verenigd met schande en schade. Het is ene vraag, die sterkelijk loochent. Zie Gen. 18:17.

Ge 18.17

17) u zal onderzoeken?

Dat is, uwe harten en verstanden, die in dezen handel van hem niet recht gevoelen, naarstiglijk ondertasten; want gij oordeelt dat Hij onrechtvaardig zou zijn, indien Hij de vromen strafte.

18) Zult gij met Hem spotten,

Dat is, zult gij Hem bedriegelijk en met leugens wijsmaken dat Hij rechtvaardig is, omdat Hij de goddelozen alleen [gelijk gij gevoelt] straft, en dat ik goddeloos ben, omdat ik van Hem gestraft word?

Copyright information for DutKant