Genesis 32:26

39) Ik zal U

Omdat hij nu gevoelde dat hij niet met een mens had te doen, maar met een meerderen; daarom begeerde hij door hem gezegend te zijn.

Proverbs 4:13

23) de tucht

Dat is, het onderwijs, leidende tot de wijsheid. Zie boven Spreuk. 1:2.

Pr 1.2

24) laat niet af;

Te weten, van deze vermaning te volgen. Anders: laat [haar] niet gaan; te weten, de wijsheid. Zie de volgende aantekening.

25) bewaar ze,

Te weten, de wijsheid, waarvan in de voorgaande verzen gesproken is en die door de tucht verkregen wordt. Anders: bewaar het, want dat is uw leven.

26) leven.

Versta, het welleven niet alleen van uw lichaam, maar ook van uwe ziel, alzo Spreuk. 4:22. Vergelijk boven Spreuk. 4:4, en de aantekening.

Pr 4.22,4

Ephesians 3:17

38) in uw harten

Dat is, geduriglijk met Zijne werkingen blijve, gelijk Joh. 6:56, en Joh. 14:23.

Joh 6.56 14.23

39) de liefde

Namelijk tegen God en uwen naaste, welke een onderscheidelijke vrucht en metgezel des geloofs is; 1 Cor. 13:1; Gal. 5:6. Anderen nemen het voor de liefde waarmede ons God liefheeft.

1Co 13.1 Ga 5.6

40) geworteld

Dat is, bevestigd zijt, gesterkt zijt.

Colossians 1:23

53) de hope des

Dat is, de hoop der eeuwige zaligheid, die den gelovigen door het Evangelie wordt beloofd.

54) al de kreature

Dat is, alle volken, of soorten van mensen in de wereld, gelijk Christus verklaart, Matth. 28:19, en Markus ook spreekt Mark. 16:15.

Mt 28.19 Mr 16.15

55) van hetwelk ik

Namelijk het Evangelie onder alle volken.

Copyright information for DutKant