Genesis 33:4

4) kuste hem;

Zie boven, Gen. 29:11.

Ge 29.11

5) zij weenden.

Dit is dikwijls geschied bij de ontmoeting van vrienden, gelijk hier en boven, Gen. 29:11, en onder, Gen. 43:30 en Gen. 46:29, of in het scheiden, Ruth 1:14, Hand. 20:37.

Ge 29.11 43.30 46.29 Ru 1.14 Ac 20.37

Exodus 12:36

67) beroofden de Egyptenaren.

Aldus is vervuld hetgeen God Abraham beloofd had, Gen. 15:14, en den Isra‰lieten, Exod. 3:22.

Ge 15.14 Ex 3.22
Copyright information for DutKant