Genesis 35:11
20) God de Zie boven, Gen. 17:1. Ge 17.1 21) wees God bevestigt hier den zegen van zijn vader Izak, dien hij hem gaf toen hij vluchtte naar Mesopotami; zie boven, Gen. 28:3,4. Ge 28.3,4 22) uit uw lenden Dat is, uit uw eigen vlees en bloed geboren worden; alzo 1 Kon. 8:19; 2 Kron. 6:9; Hand. 2:30, verg. onder, Gen. 46:26. 1Ki 8.19 2Ch 6.9 Ac 2.30 Ge 46.26Exodus 1:5
4) Al de zielen nu, Hebreeuws, alle ziel; dat is, alle personen; zie Gen. 12:5. Ge 12.5 5) uit Jakobs heup voortgekomen zijn, Zie Gen. 46:26. Ge 46.26 6) zeventig zielen; Zie Gen. 46:27. Ge 46.27 7) Jozef was in Egypte. Jozef en zijn twee zonen waren wel uit Jakob voortgekomen, maar zij waren in Egypte eer Jakob daar kwam.Judges 8:30
48) heupe voortgekomen waren; Zie Gen. 46:26. Ge 46.26
Copyright information for
DutKant