Genesis 35:3

7) die mij

Dat is, die mij placht te verhoren. God antwoordt zijn volk, als Hij met woorden of werken doet blijken dat Hij het verhoord heeft; zie 1 Kon. 18:24; Jes. 41:17,18; Ps. 22:22.

1Ki 18.24 Isa 41.17,18 Ps 22.21

8) op den weg,

Te weten, van Haran tot hiertoe.

Genesis 35:7

15) El Beth-el:

Dat is, God is [te] Beth-el. Aldus noemt hij deze plaats voor de tweede maal; zie boven, Gen. 28:19, en verg. boven, Gen. 33:20.

Ge 28.19 33.20

16) God was

Zie boven, Gen. 28:13, en de manier van spreken, Gen. 20:13.

Ge 28.13 20.13
Copyright information for DutKant