Genesis 36:12

28) Amelek;

De vader der Amelekieten, van wien wij lezen Exod. 17:8; Deut. 25:17, en 1 Sam. 15:2.

Ex 17.8 De 25.17 1Sa 15.2

29) de zonen

Zie boven, Gen. 36:10, en zo vervolgens.

Ge 36.10

Exodus 17:14

22) in een boek,

Te weten, waarin gij de histori‰n der Isra‰lieten zult beschrijven.

23) en leg het in de oren van Jozua,

Dat is, scherp het Jozua uw navolger en druk hem het wel in.

24) geheel uitdelgen zal

Hebreeuws, uitdelgende zal uitdelgen.

25) van onder den hemel.

Dat is, overal, zover zich de hemel uitstrekt.

Deuteronomy 25:17

34) Amalek gedaan heeft

Dat is, de Amalekieten, die wel afkomstig waren van Amalek, Ezaus kindskind, maar, om hun bittere vijandschap tegen Isra‰l bewezen, door God specialijk verbannen zijn. Vergelijk boven, Deut. 23:7.

De 23.7
Copyright information for DutKant