Genesis 36:29

49) der Horieten:

Hebr. des Chorieters, en alzo in het volgende.

Genesis 36:31

51) koningen, die

Gesproten uit Ezaus nakomelingen, die de Horieten verdrukt en van hun vorstendommen een koninkrijk gemaakt hebben.

52) eer een

Ezaus geslacht heeft welhaast gebloeid, doch is haast vergaan; maar Jacobs geslacht, later opgekomen zijnde, heeft veel langer geduurd, ja het duurt eeuwiglijk in zijn gebenedijd zaad van onzen Heere Jezus Christus.

53) kinderen

Of, zonen, nakomelingen.

2 Samuel 3:21

44) over alles,

Of, naar alles, of, ganselijk als enz.; dat is, naar uws harten wens.

Copyright information for DutKant