Genesis 4:10

21) Hij zeide:

Te weten, de Heere.

22) des bloeds

Hebr. der bloeden, in het getal van velen meervoud. Zo spreekt de Heilige Schrift van moord en doodslag, omdat daarin veel bloed vergoten wordt.

23) roept van

Hebr. zijn roepende, in het getal van velen of meervoud. Moord is een van de wraakroepende zonden; zie daarvan ook onder Gen. 18:20, Gen. 19:13.

Ge 18.20 19.13

Job 8:18

31) [God]

Of, de verslinder, welke God is, die de goddelozen uitroeit.

32) hem verslindt

Te weten, den goddelozen huichelaar, die bij een groenenden boom vergeleken wordt.

33) zijn plaats,

Te weten, waar de stam des booms was. Versta, de woning, den staat, de heerlijkheid en regering van den goddeloze. Vergelijk onder, Job 18:21, en Job 27:21, en de aantekening.

Job 18.21 27.21

34) zal zij hem

Te weten, de plaats, dat is de inwoners derzelve. Zie boven, Job 7:10.

Job 7.10

35) loochenen,

Dat is, hij zal zo uitgeroeid worden, dat men niet zal bekennen noch gedachtig wezen dat hij daar ooit geweest was.

Habakkuk 2:11

59) de steen

Dat is, de stenen waar uwe paleizen mede gebouwd zijn.

60) roept, en

Dat is, getuigt tegen u, te weten dat gij uwe paleizen met gestolen en onrechtvaardig goed gebouwd hebt, hij roept wraak voor God.

61) de balk uit het

Of, knoop, of knoest, die in het hout is, of uit het houten verwelfsel. Het Hebreeuwse woord wordt nergens elders dan hier gevonden, daarom kan men niet zekerlijk weten wat het betekent.

62) dien.

Te weten steen; dat is, roept en getuigt zowel tegen den Babyloni‰r, als de stenen doen.

Copyright information for DutKant