Genesis 4:9-10

19) Ik weet [het] niet

Een onbeschaamde leugen.

20) ben ik mijns broeders hoeder?

Een vermeten hoogmoed.

21) Hij zeide:

Te weten, de Heere.

22) des bloeds

Hebr. der bloeden, in het getal van velen meervoud. Zo spreekt de Heilige Schrift van moord en doodslag, omdat daarin veel bloed vergoten wordt.

23) roept van

Hebr. zijn roepende, in het getal van velen of meervoud. Moord is een van de wraakroepende zonden; zie daarvan ook onder Gen. 18:20, Gen. 19:13.

Ge 18.20 19.13

2 Samuel 2:23

45) achterste van de spies

Dat is, hij stak hem met het scherp, dat aan het onderste, of achterste van de spies was.

46) aan de vijfde rib,

Of, bij, nevens, onder. Dit wordt van velen verstaan van de plaats der rechterzijde, waar de lever ligt aan het borstbeen, en waar de stam is van de leverader, alwaar ervaren en geleerde geneeskundigen betuigen, en den heidenen ook bekend is geweest, dat de wonde haastiger dan enige andere den mens doodt. Sommigen verstaan het van de linkerzijde, waar het hart ligt, of het week der zijden onder de korte ribben, die vijf in getal zijn. Hetwelk schijnt bevestigd te worden door de uitstorting van het ingewand door deze wond geschied, waarvan onder, 2 Sam. 20:10. Vergelijk onder, 2 Sam. 3:27, en 2 Sam. 4:6, en 2 Sam. 20:10.

2Sa 20.10 3.27 4.6 20.10

47) plaats.

Dat is, hij bleef dood liggen op de plaats, waar hij gestaan had, of gestoken werd.

2 Samuel 3:30

60) Abisai Abner doodgeslagen,

Hieruit blijkt dat Abisai van dezen moord mede geweten en daartoe geraden heeft, hoewel hij in het voorgaande niet is genoemd.

61) strijd gedood had.

En dienvolgens niet moorddadiglijk, gelijk Joab Abner had gedaan. Zie boven, 2 Sam. 2:20,21,22,23.

2Sa 2.20,21,22,23
Copyright information for DutKant