Genesis 41:26-27

34) schone koeien

Hebr. goede; zie boven, Gen. 41:3.

Ge 41.3

35) zijn zeven jaren;

Dat is, betekenen zeven jaren; zie boven, Gen. 40:12.

Ge 40.12
36) zeven jaren des

Dat is, voorbeelden en waartekenen van zeven jaren, waardoor God te verstaan geeft dat Hij in die jaren een duren tijd in het land zenden zal.

Matthew 26:26

26) als zij aten,

Dat is, toen zij na het eten des paaslams nog aan tafel zaten.

27) gezegend hebbende,

Luk. 22:19, en Paulus 1 Cor. 11:24, in plaats van gezegend hebbende, gebruiken het woord gedankt hebbende, gelijk sommige Griekse boeken hier ook hebben. Zodat zegenen en danken of dankzeggen voor eenzelfde zaak genomen worden en betenen het brood, alsook daarna den wijn, van algemeen gebruik afzonderen den door dankzegging tot God heiligen, of tot een heilig gebruik toe‰igenen, gelijk Gen. 2:3, de zevende dag van God gezegend en geheiligd wordt.

Lu 22.19 1Co 11.24 Ge 2.3

28) dat is

Namelijk brood, gelijk de zaak zelve uitwijst en Paulus verklaart 1 Cor. 10:16.

1Co 10.16

29) mijn lichaam.

Dat is, een teken zijns lichaams; naar de manier van spreken in de sacramenten gebruikelijk, gelijk hiervoor een lam een pascha genoemd wordt, Matth. 26:19. Het brood is de gemeenschap des lichaams van Christus, 1 Cor. 10:16, en de drinkbeker het Nieuwe Testament, 1 Cor. 11:25, omdat het tekenen en zegelen zijn van onze gestelijke gemeenschap met Christus, en van het Nieuwe Testament, hetwelk met zijn bloed is bevestigd.

Mt 26.19 1Co 10.16 11.25
Copyright information for DutKant