Genesis 41:29
37) overvloed in Hebr. verzaadheid; dat is, van alles, waarmede men zich kan verzadigen en nog veel overhouden.Ecclesiastes 5:12
36) kwaad, Hebr. een krank kwaad. Zie onder Pred. 5:16. Ec 5.17 37) rijkdom door De rijkdom wordt met zorg bewaard, dikwijls tot des eigenaars of bezitters eigen ongeluk; want meermalen vervallen de rijken in grote zwarigheid vanwege hun rijkdom; of de rijkdom vergaat door een boos bedrijf, hetzij door een wellustig of overdadig leven, of anderszins; dat strekt dan tot kwelling en onrust huns gemoeds. Zie Pred. 6:2. Ec 6.2 38) zijn bezitters bewaard tot Gelijk boven Pred. 5:10. Ec 5.11 39) hun eigen kwaad. Dat is, tot schade dergenen, die het hebben. Hebr. tot zijn kwaad; dat is, tot kwaad van elkeen dergenen, die het hebben of bezitten.
Copyright information for
DutKant