Genesis 43:9

12) gezondigd

Dat is, strafwaardig zijn al de dagen mijns levens; aldus wordt het woord zondigen, of zondaar zijn, genomen onder, Gen. 44:32; 1 Kon. 1:21.

Ge 44.32 1Ki 1.21

Genesis 44:32

36) uw knecht

Dat is, ik.

37) bij mijn vader,

Hebr. van bij mijn vader; dat is, zoals het enigen verklaren, toen hij van mijn vader aftoog.

38) zal ik tegen

Dat is, ik zal schuldplichtig en strafwaardig bij mijn vader blijven, al de dagen mijns levens, gelijk boven, Gen. 43:9; zie aldaar de aantekeningen.

Ge 43.9

Nehemiah 5:3

3) honger

Deze duurte en nood des volks kan eendeels daaruit gesproten zijn, dat zij, gedurende dit bouwen, hun huiszorg hebben moeten nalaten; anderdeels, omdat zij uit vrees van den vijand van buiten niet konden inhalen.

Proverbs 20:16

46) [iemand

Van de invoeging van dit woord, vergelijk boven Spreuk. 11:15, en onder Spreuk. 27:13.

Pr 11.15 27.13

47) voor]

Dit woord is hier ingevoegd uit het volgende lid van Spreuk. 20:16. Vergelijk boven Spreuk. 11:15, en onder Spreuk. 27:13.

Pr 20.16 11.15 27.13

48) vreemde

Dat is, die u onbekend is, en van wiens middelen gij gene zekerheid hebt om van zijne betaling onbezorgd te wezen.

49) neem

Te weten, gij, tot wiens verzekering de borg gesteld is.

50) zijn kleed;

Te weten, desgenen, die borg geworden is voor een onbekende, en dat tot een pand en zekerheid, dat hij voor den vreemde, zo hij in gebreke valt, zal betalen.

51) de onbekenden.

Te weten, lieden. Anders: Voor een uitlandse vrouw; alzo onder Spreuk. 27:13. Versta door een uitlandse vrouw ene hoer, of die u onbekend is. Zie boven Spreuk. 2:16.

Pr 27.13 2.16

Proverbs 27:13

26) Als

Zie de verklaring van Spreuk. 27:12 boven Spreuk. 20:16.

Pr 27.12 20.16
Copyright information for DutKant