Genesis 45:11

21) verarmt,

Dat is, door armoede vergaat.

Genesis 47:12

13) Jozef

Naar de belofte gedaan boven, Gen. 45:11, en herhaald onder, Gen. 50:21.

Ge 45.11 50.21

14) tot den mond

Of, naar den mond des kleinen kinds, of des kindeken; dat is, naar den eis van het getal der kinderen. Anders, naar de gelegenheid, of wijze der kinderkens; dat is, zoals men de kindertjes pleegt te voeden, die men, zonder hun arbeid en verdienste, de spijs in den mond steekt.

1 Kings 18:4

7) bij vijftig man

Hebreeuws, vijftig man in een spelonk; te weten, en vijftig in een andere, dat is, bij, met, of elke vijftig samen.

8) met brood en water.

Dat is, met spijs en drank. Zie boven, 1 Kon. 13:8.

1Ki 13.8

Psalms 55:22

44) mond

Dat is, de woorden zijns monds; waarom ook het bijgevoegde Hebr. woord in het getal van velen staat, zijn gladder.

45) dan boter,

Of, dan of zij boterig, of geboterd waren. Anders: zij maken hunnen mond glad, of zij verzachten hunnen mond [als] boter.

46) krijg;

Dat is, vol van krijg of strijd, zij hebben niets dan enkel strijd in den zin, tegen mij.

47) blote

Hebr. geopende, uitgetogene; dat is, zij zijn dodelijk wondende, zij zoeken mij daardoor in het verderf te brengen, Verg. Spreuk. 12:18, en Ps. 57:5.

Pr 12.18 Ps 57.4
Copyright information for DutKant