Genesis 46:26

34) met Jakob in

Anders, Jakob toebehorende, of aldus, al de zielen Jakobs, die in Egypte gekomen zijn.

35) heup gesproten,

Dat is, die uit zijn vlees en bloed geboren zijn. Zie dezelfde manier van spreken, Exod. 1:5; Richt. 8:30, hetwelk zoveel is, als uit iemands lenden voortgekomen te zijn. Zie boven, Gen. 35:11.

Ex 1.5 Jud 8.30 Ge 35.11

36) zes en

De boven aangehaalde vier sommen, namelijk van 33 in vs. 15, van 16 in vs. 18, van 14 in vs. 22 en van 7 in vs. 25, maken tezamen zeventig. Maar hier worden alleen geteld, die uit Jakob geboren en met hem in Egypte gekomen zijn. Zodat uitgenomen moeten zijn Jakob, die uit zichzelven niet geboren is, en Jozef met zijn twee zonen, die met Jakob in Egypte niet gekomen zijn.

Ge 46.15,18,22,25

1 Kings 8:19

38) uit uw lendenen

Zie Gen. 35:11.

Ge 35.11

2 Chronicles 6:9

12) uit uw lenden

Dat is, uit uw vlees en bloed geboren zal worden. Zie Gen. 35:11.

Ge 35.11

Acts 2:30

60) uit de vrucht

Dat is, uit een van Zijne nakomelingen. Zie 2 Sam. 7:12, en Ps. 132:11, hetwelk in de maagd Maria vervuld is.

2Sa 7.12 Ps 132.11

61) het vlees

Dat is, de menselijke natuur; Rom. 1:3.

Ro 1.3

62) troon te zetten;

Namelijk Zijn koninklijken troon. Doch dit wordt verstaan niet van een werelds koninkrijk, hoedanig dat van David was, maar van een geestelijk en eeuwig koninkrijk, waarvan Davids koninkrijk een voorbeeld was; Luk. 1:32,33; Joh. 18:36.

Lu 1.32,33 Joh 18.36
Copyright information for DutKant