Genesis 49:6

11) eer worde

Eer is hier zoveel als tevoren ziel, die het waardigste deel des mensen is. Aldus kan het woord eer ook genomen worden Ps. 16:9, en Ps. 30:13, en Ps. 57:9. Anders, tong; waarmede men schuldig is God te eren en zijn lof te verbreiden. Men kan ook door het woord eer verstaan zijn goeden naam.

Ps 16.9 30.12 57.8

12) de mannen

Hebr. den man; versta, de Sichemieten. Zie boven, Gen. 34:25,26.

Ge 34.25,26

13) ossen weggerukt.

Hebr. den os; versta hieronder ook andere beesten, die zij bij het plunderen van de stad Sichem den inwoners ontweldigd hebben. Dikwijls gebruiken de Hebre‰n het getal van ‚‚n voor velen, boven; Gen. 32:5, en 1 Kron. 10:1; verg. met 1 Sam. 31:1.

Ge 32.5 1Ch 10.1 1Sa 31.1
Copyright information for DutKant