Genesis 6:9
22) geboorten van Noach: Dat is, geslacht en geschiedenissen, of hetgeen Noach in zijn geslacht wedervaren is; want het Hebr. woord betekent niet alleen afkomst en nakomelingen, maar ook hetgeen dezen bejegent; dat is, inderdaad ene historie of verhaal van iemands zaken. Verg. onder Gen. 25:19, Gen. 37:2; Num. 3:1. Ge 25.19 37.2 Nu 3.1 23) oprecht Dat is, die in het ware geloof en in de vroomheid des levens, ongeveinsd en zonder valsheid was. Zie onder Gen. 17:1, Gen. 25:27; Job 1:1. Ge 17.1 25.27 Job 1.1 24) geslachten. Dat is, onder de mensen, die in zijne eeuw leefden. Alzo onder Gen. 7:1. Ge 7.1 25) wandelde met God. Zie boven Gen. 5:22. Ge 5.22Genesis 25:19
35) de geboorten Dat is, afkomst en nakomelingen.Genesis 37:2
2) geschiedenissen. Hebr. geboorten; dat is, hetgeen Jakob in zijn geslacht en nakomelingen wedervaren is. Zo wordt het Hebreeuwse woord somtijds genomen. Zie boven, Gen. 6:8. Ge 6.8 3) kwaad gerucht Dat is, wat zij kwaads mochten zeggen, of bedrijven, strekkende tot ontering van henzelven en het ganse huis.
Copyright information for
DutKant