Hag 1:2, Zec 1:16 | DutKant | STEP | 7) Dit volk zegt: De Heere zegt hier niet mijn volk, maar dit volk, tonende zijn misnoegen daarover, dat zij, den goddienst verzuimende, zich dagelijks bekommerden met hun eigenbaat zoekende Joden voorwendden, waarom zij den bouw van den tempel uitstelden. 8) De tijd is niet gekomen, Dit was de verontschuldiging, welke trage en eigenbaat zoekende Joden voorwedden, waarom zij den bouw van den tempel uitstelden. 9) tijd, dat des HEEREN huis gebouwd worde. Hebr. de tijd van het huis des Heeren om gebouwd te worden.

Haggai 1:2

7) Dit volk zegt:

De Heere zegt hier niet mijn volk, maar dit volk, tonende zijn misnoegen daarover, dat zij, den goddienst verzuimende, zich dagelijks bekommerden met hun eigenbaat zoekende Joden voorwendden, waarom zij den bouw van den tempel uitstelden.

8) De tijd is niet gekomen,

Dit was de verontschuldiging, welke trage en eigenbaat zoekende Joden voorwedden, waarom zij den bouw van den tempel uitstelden.

9) tijd, dat des HEEREN huis gebouwd worde.

Hebr. de tijd van het huis des Heeren om gebouwd te worden.

Zechariah 1:16

44) het richtsnoer

Gelijk de timmerlieden doen als zij een nieuw gebouw zullen maken. De zin is: Jeruzalem zal weder herbouwd worden, de vijanden mogen daartegen doen al wat zij kunnen. Dit is volbracht door het beleid en de aandrijving van Nehemia. Verg. Neh. 2:3,4, enz., en Hagg. 1:13. Onder de opbouwing van de stad Jeruzalem worden ook den godzaligen beloofd alle geestelijke genaden en weldaden.

Ne 2.3,4 Hag 1.13