Hebrews 2:9

20) Maar wij zien Jezus

Dat is, wij weten en geloven uit Gods Woord, en ervaren het in de regering Zijner gemeente, dat nu in Jezus Christus dit alles is vervuld, en dat het derhalve ook in Zijn leden te Zijner tijd, naar hunne mate, vervuld zal worden, zoals in Hebr. 2:10 wordt uitgedrukt.

Heb 2.10

21) vanwege het lijden des doods,

Dat is, omdat Hij den dood moest lijden, of door het lijden des doods. Zie Luk. 24:26.

Lu 24.26

22) voor allen den dood

Namelijk zijn leden, of broeders, die hij zijner heerlijkheid zou deelachtig maken; gelijk Joh. 10:11; Rom. 8:33,34, enz.

Joh 10.11 Ro 8.33,34

23) smaken zou.

Dat is, lijden, gelijk Christus zelf Zijn lijden bij een drinkbeker vergelijkt, Matth. 20:22, en Matth. 26:39. Zie dergelijke wijze van spreken Matth. 16:28; Mark. 9:1; Luk. 9:27; Joh. 8:52.

Mt 20.22 26.39 16.28 Mr 9.1 Lu 9.27 Joh 8.52

1 Peter 1:11

37) hoedanigen tijd

Dat is, niet alleen de genade zelf is van hen onderzocht maar ook de tijd, wanneer die over het huis van Isra‰l zou komen; zie Gen. 49:10; Jes. 11:1; Dan. 9:24.

Ge 49.10 Isa 11.1 Da 9.24

38) de Geest van

Dat is, de Heilige Geest, door wien de heilige mannen Gods gedreven zijn geweest en gesproken hebben, 2 Petr. 1:21; welke hier Christus' Geest genoemd wordt, omdat Hij van Christus voortkomt, en Hij Hem van den Vader, niet alleen tot de apostelen, maar ook tot de profeten heeft gezonden. Zie Joh. 12:41, en Joh. 15:26, vergeleken met Hand. 28:25; waarom Hij ook de Geest van den Zoon genoemd wordt; Gal. 4:6.

2Pe 1.21 Joh 12.41 15.26 Ac 28.25 Ga 4.6

39) heerlijkheid daarna

Grieks de heerlijkheden.

Copyright information for DutKant