Hebrews 3:1

1) heilige broeders,

Namelijk dewijl wij verstaan hebben, dat Christus waarachtig God is, en ‚‚ne natuur met ons deelachtig is geworden, gelijk in Hebr. 1,2 is bewezen.

2) der hemelse roeping

Dat is, die uit den hemel is, Filipp. 3:14, en ons tot hemelse dingen vermaant, 2 Thess. 2:14. En alzo onderscheidt hij de gelovige Joden van de ongelovigen en hardnekkigen.

Php 3.14 2Th 2.14

3) aanmerkt den

Namelijk zo, dat gij Hem gehoorzaam blijft. Het Griekse woord betekent ene aanmerking met grote aandacht.

4) Apostel

Dat is, gezant des Vaders, om ons den raad Gods van onze zaligheid te openbaren. Zie Joh. 20:21.

Joh 20.21

5) Hogepriester

Namelijk om ons met God te verzoenen; van welk ambt hij breder zal handelen in Hebr. 5,6.

6) onzer belijdenis, Christus Jezus;

Dat is, der evangelische leer, waarvan wij belijdenis doen.

Copyright information for DutKant