Hebrews 6:13-14

35) als God aan Abraham

De apostel bewijst met het voorbeeld van Abraham, den vader aller gelovigen, hetgeen hij in Hebr. 6:12 van al de gelovige voorvaders had betuigd.

Heb 6.12

36) de belofte deed,

Namelijk Gen. 22:16, wanneer Abraham zijn zoon had geofferd, in welke beloften alle lichamelijke en geestelijke beloften zijn begrepen, namelijk van het beloofde zaad, en van de vermenigvuldiging van zijn zaad als van den vader van alle gelovigen, waarvan zie nadere verklaring Rom. 4:16; Gal. 3:14, enz.

Ge 22.16 Ro 4.16 Ga 3.14
37) Waarlijk,

Dit woord staat wel in den Hebreeuwwchen tekst niet, mar wordt uit de Grieksen overzetting van Paulus daarbij verhaald, daat het in den zin zelf begrepen is. Anderen houden dat het woord ki, hetwelk in den Hebreeuwsen tekst staat, somwijlen ook waarlijk betekent; Job 8:6; Spreuk. 30:2.

Job 8.6 Pr 30.2

38) zegenende zal Ik u zegenen,

Dat is, zeer overvloedig en gedurig zegenen en zeer vermenigvuldigen.

Hebrews 6:17-18

44) daartussen is gekomen;

Of heeft door een eed gemiddeld; dat is, het middel van een eed gebruikt.

45) door twee onveranderlijke dingen,

Dat is, zijn beloften en zijn eed, die beide onveranderlijk zijn.

46) de voorgestelde hoop

Dat is, de lijdzame verwachting van de vervulling der beloften door het geloof van ons aangenomen, Rom. 8:24,25, zo, dat het woord hoop alhier in zijn eigen betekenis wordt genomen.

Ro 8.24,25
Copyright information for DutKant