Hosea 12:10-11

41) Maar Ik ben de HEERE, uw God,

Om de gelovigen en uitverkorenen door de scherpe strafpredikati‰n niet mismoedig te maken, zo voegt God [naar zijne wijze] deze vertroostingen hierbij, om den zijnen te verzekeren dat Hij, niettegenstaande dit alles, zijn genadeverbond in den Messias met zijn uitverkoren Isra‰l getrouwelijk zal onderhouden. Doch anderen nemen Hos. 12:11,12 als een verhaal van Gods weldadigheid in verleden tijden, en nu nog aan zijn volk bewezen, om hen te overtuigen dat Hij de enige auteur van al hun welstand is, en dat zij zich geenszins op hun vermogen hebben te beroemen, gelijk zij nochtans zo trotselijk deden, gelijk in het voorgaande gezegd is.

Ho 12.10,11

42) van Egypteland af;

Dat is, van dien tijd af dat Ik u uit Egypte door Mozes uitgevoerd, mijn verbond met u gemaakt en u mijne wetten gegeven heb, dat God elders hunne jeugd noemt. Zie Jer. 2:2, enz. boven Hos. 2:14.

Jer 2.2 Ho 2.15

43) Ik zal u nog in tenten doen wonen,

Deze beloften, ziende op den genadetijd van het Nieuwe Testament, zijn voorgesteld met manieren van spreken, genomen van den staat van het Oude Testament. Vergelijk boven Hos. 2:13,17; Hos. 11:11, met de aantekening.

Ho 2.14,18 11.11

44) samenkomst;

Gelijk Ik u in de woestijn lieflijk in uwe tenten deed legeren rondom de tent der samenkomst, waar gij bijeenkwaamt om mijnen wil te verstaan en mij te dienen, alzo zal Ik u ook nog bij den tijd van het Nieuwe Testament in mijne kerk doen legeren bij de predikatie van mijn Evangelie, waar gij zult samenkomen tot mijn dienst. Anders: als in de dagen van den gezetten hoogtijd; te weten het loofhuttenfeest, wanneer gij u voor een tijd ophieldt in hutten, om uwe wandeling in de woestijn te betrachten en over mijne weldaden vrolijk te zijn. Of, men kan verstaan in het algemeen van alle hoogtijden, in welke zij, vanwege de grote menigte van volk, ook tenten moesten opslaan buiten de stad.

45) tot de profeten;

Of, door de profeten; dat is, Ik zal mij opnieuw zeer heerlijk openbaren door de overvloedige predikatie van het Evangelie, die u geschieden zal door den profeet aller profeten, den Messias, zijne apostelen en andere leraars van het Nieuwe Testament, met uitzending der gaven van mijnen Geest. Vergelijk Jo‰l. 2:28,29; Hand. 2:16,17,18, enz.

Joe 2.28,29 Ac 2.16,17,18

46) dienst der profeten

Hebreeuws, hand.

47) gelijkenissen voorstellen.

Gemeenzaam en klaarlijk leren. Vergelijk Matth. 13:34,35, enz.

Mt 13.34,35
Copyright information for DutKant