Hosea 14:1

1) zal woest worden,

Zo de hoofdstad als het omliggende land. Zie 1 Kon. 13:32, en 1 Kon. 16:24. Dit vers behoort nog tot het voorgaande hoofdstuk; zie de vervulling dezer profetie, 2 Kon. 17:5,6, enz.

1Ki 13.32 16.24 2Ki 17.5,6

2) zij zullen door het zwaard vallen,

De inwoners.

3) kinderkens

Zie van het Hebr. woord Ps. 8:3.

Ps 8.2

4) hun zwangere [vrouwen]

Van Samaria.

5) opengesneden worden.

Verg. Hos. 13:8.

Ho 13.8

Joel 2:12

40) tot Mij met uw ganse hart,

Hebr. tot mij toe; gelijk enigen dit nemen. Alzo wordt het Hebr. woord in deze zaak ook gebruikt; Deut. 4:30; Klaagl. 3:40; Hos. 14:2; Amos 4:6,8,9,11, betekenende [gelijk sommigen verstaan] dat God niet tevreden is met een schijn, of vliegende gedachte en een los opzet, of half hart, maar dat Hij wil hebben een oprechte afkering van het kwade en bekering tot Hem en het goede, geenzins tot afgoden of andere ijdelheden. En alzo zouden de volgende woorden, idem het scheuren der harten, en met uw ganse hart, dienen tot verklaring van den nadruk van dit woord; verg. Hos. 6:4, en hos. 7:16 met de aantekening. Doch anderen nemen het slechts voor een woord tot.

De 4.30 La 3.40 Ho 14.1 Am 4.6,8,9,11 Ho 6.4 7.16

41) en dat met vasten en met geween, en met rouwklage.

Alzo wordt de Hebr. letter Vau ook elders gebruikt, voor en dat, of zelfs. Zie Jer. 17:10, en onder Jo‰l. 2:32.

Jer 17.10 Joe 2.32

2 Corinthians 7:9

19) zodat gij in geen

Of, opdat hij in geen ding schade van ons zoudt lijden.

Copyright information for DutKant