Hosea 2:2
5) uitstrope, Of, doen stropen, uittrekken, ontkleden; dat is, beroof van alle lichamelijke en geestelijke sieraad, waarmede Ik haar zo heerlijk versierd had. Zie Ezech. 16:10,11,12,13, en Ezech. 23:26. Eze 16.10,11,12,13 23.26 6) geboren werd; Dat is, toen Ik hen eerst tot mijn volk aannam, in Egypte, waar zij in jammerlijke dienstbaarheid staken; ja dat Ik hen nog ellendiger maakte door mijn rechtvaardige oordelen. Vergelijk Ezech. 16:4, enz., en Ezech. 23:2. Eze 16.4 23.2 7) make ze als een woestijn, Hebreeuws, stelle ze. 8) dor land, Hebreeuws, het land der dorheid, of dorstigheid. 9) dorst; Vergelijk Jes. 5:13; Amos 8:11,13. Isa 5.13 Am 8.11,13
Copyright information for
DutKant