Hosea 2:8

21) Mijn koren wegnemen

Vergelijk Ezech. 16:17,18,19, met de aantekening.

Eze 16.17,18,19

22) op zijn tijd,

Als Ik dat beloofd had en placht te geven; of in den oogst, als het rijp zal zijn, en gij het koren en de most enz. meent in te zamelen.

23) wegrukken Mijn wol en Mijn vlas,

Dat is, hun ontnemen; alsof de Heere zeide: Het is aan hen kwalijk besteed, zij zijn het niet waard, daarom zal Ik het redden uit de handen dezer misbruikers, die het ten onrechte bezitten.

Hosea 2:13

32) Daarom, zie,

Opdat zij niet ten enenmale vervallen en verloren ga, hetwelk geschieden zou indien Ik hun met mijne barmhartigheid niet voorkwam, hen eerst met plagen verootmoedigende en daarna door de predikatie van het heilige Evangelie oprichtende en door mijn Heiligen Geest krachtiglijk lerende en troostende. Vergelijk Jer. 16:14; Micha 2:12,13, enz.

Jer 16.14 Mic 2.12,13

33) lokken,

Of, overreden. Dit ziet op de lieflijke predikatie van het Evangelie en overreding der uitverkorenen tot bekering en geloof. Zie van het Hebreeuwse woord Richt. 14:15, en Jer. 20:7, en vergelijk Jes. 50:4, enz.; Matth. 3:4,5,6,11, enz., en Matth. 11:28.

Jud 14.15 Jer 20.7 Isa 50.4 Mt 3.4,5,6,11 11.28

34) zal haar voeren in de woestijn;

De zin schijnt te zijn: Ik zal ze eerst plagen en daarna, enz. Waarom sommigen dit aldus overzetten: Als Ik ze in de woestijn zal hebben doen wandelen, gelijk God Isra‰l in voortijden eerst voerde in de woestijn en daarna in het beloofde land.

35) hart spreken.

Dat is, vriendelijk, troostelijk. Zie Gen. 34:3.

Ge 34.3
Copyright information for DutKant