Hosea 4:1

1) twist met de inwoners des lands,

Of, pleit, proces, niet alleen van woorden, maar ook van daden, dat is straffen; gelijk blijkt Hos. 4:2,3, zie boven Hos. 2:2; 1 Sam. 25:38,39; Amos 7:4.

Ho 4.2,3 2.3 1Sa 25.38,39 Am 7.4

2) trouw, en geen weldadigheid,

Of, waarheid. God wil zeggen dat zij gans niet deugen, noch in woorden noch in werken, en alzo genoeg bleek dat zij hem niet recht kenden.

3) kennis van God in het land is;

Versta, rechte, ware en zaligmakende kennis Gods, gericht naar zijn Woord, vergezelschapt met geloof en liefde Gods en des naasten; vergelijk Jer. 9:24, en Jer. 22:16, en Jer. 31:34; 1 Joh. 2:4, enz.

Jer 9.24 22.16 31.34 1Jo 2.4
Copyright information for DutKant