Hosea 4:9

25) gelijk het volk,

Dat is, dewijl de een niet beter is dan de ander, zo zal het den een ook gaan als den ander, zij zullen in ‚‚ne straf worden ingewikkeld; zie Jes. 24:2; Matth. 15:14.

Isa 24.2 Mt 15.14

26) priester zijn;

Of, regent, of beiden tezamen, degenen die in kerk en staat de voornaamste zijn. Zie van het Hebreeuwse woord Gen. 41:45.

Ge 41.45

27) zijn wegen

Des priesters wezen en doen straffen. Zie Gen. 6:12, en Gen. 21:1. Of, zijne; dat is, van een ieder van hen.

Ge 6.12 21.1
Copyright information for DutKant