Hosea 9:12-13
51) dat zij onder de mensen Of, dat zij geen mensen zullen zijn, of dat hun geen mens overblijve. Vergelijk Spreuk. 30:14. Pr 30.14 52) Tyrus aanzag, Hebreeuws, Tsor; zie van deze stad Joz. 19:29, en 1 Kon. 5:1; Jer. 23, Ezech. 27. Jos 19.29 1Ki 5.1 53) geplant is in een liefelijke woonplaats; Dit schijnt te zien op de vastigheid, lieflijkheid en voorspoed in deze beide vergeleken plaatsen. 54) moeten uitbrengen Hebreeuws, alsof men zeide: [Is, of is gesteld, geschikt gereed] om uit te brengen, [vergelijk Jes. 38:20 met de aantekening]; dat is, zal ze uit zijn schone woonplaatsen zelf moeten uitbrengen, enz. Isa 38.20 55) doodslager. De Assyrirs, hunne vijanden; vergelijk Deut. 28:41, en Job 27:14. De 28.41 Job 27.14
Copyright information for
DutKant