Isaiah 1:24
78) Ik zal Mij Dat is, Ik zal wraak nemen van de Isralieten, mijne tegenpartijders en vijanden. Anders: Ik zal mij troosten door mijne vijanden. De zin is: Mijne vijanden, de Chalden en andere koningen der heidenen, zullen wraak doen en straffen mijn volk Isral, hetwelk dus vijandiglijk tegen mij rebelleert. Zodat troosten hier zoveel zou beduiden als door wraak zich geruststellen. Het is een menselijke wijze van spreken. Zie Deut. 28:63, wat de Heere daar zegt. De 28.63 79) van Mijn vijanden. Te weten, de boze Joden, die God daarom zijne vijanden noemt, omdat zij van Hem afgeweken en wederspannig tegen Hem geworden waren. Anders: door mijne vijanden; te weten de Chalden, gelijk straks tevoren.
Copyright information for
DutKant