Isaiah 10:7

23) zo niet meent,

Hebreeuws, zich zo niet inbeeldt; te weten, dat Ik hem zend om een huichelachtig volk te straffen; hij heeft veeleer een ander oogmerk in dezen krijg, dien hij den Joden aandoet, dan Ik heb; maar Ik zal het alles regeren naar mijn heiligen wil en heimelijken raad.

24) maar hij zal

Hebreeuws, maar verdelgen is in zijn hart.

Micah 7:9

49) gramschap

Dat is, plagen, kastijden, uit zijne gramschap voortkomende; verg. Ezech. 7:3.

Eze 7.3

50) dragen,

Met een boetvaardig en geduldig hart, gelijk het volgende uitwijst.

51) twist twiste, en mijn recht uitvoere;

Dat is, mijn rechtzaak, mijn proces, dat ik niet tegen God [voor wien ik mij schuldig ken] maar tegen mijne vijanden open heb staan. Zie Ps. 35:1.

Ps 35.1

52) brengen aan het licht;

Of, hervoorbrengen, uitvoeren, uit de duisternis, gelijk in het voorgaande vers gezegd.

53) [mijn lust]

Dit is hier ingevoegd om den zin der Hebr. manier van spreken uit te drukken. Zie Ps. 22:18; alzo in het volgende vers. Anders: ik zal zijne gerechtigheid aanzien.

Ps 22.17

54) gerechtigheid.

Door welke Hij mij recht zal geven tegen mijne vijandin, mij verlossende en haar straffende; of aan zijn heil, dat Hij mij, naar zijne beloften, getrouwelijk zal bewijzen. Verg. Micha 6:5 met de aantekening.

Mic 6.5
Copyright information for DutKant