Isaiah 11:4
18) Hij zal de armen De zin is: Hij zal wel de armen [te weten, de armen van geest, gelijk Matth. 5:3], richten en straffen, maar met goedertierenheid en in billijkheid, tot hun best. Of, Hij zal den vromen en onnozelen, die van de goddelozen en kinderen dezer wereld onderdrukt worden, recht spreken en verlossen van het geweld hunner wederpartijders. Zie Ps. 72:4,12. Mt 5.3 Ps 72.4,12 19) de zachtmoedigen Te weten die zachtmoedigen, nederigen en verslagenen van gemoed uit het gevoel en de bekentenis hunner zonden. Anders: En Hij zal om de zachtmoedigen der aarde wil straffen met rechtmatigheid. De zin is: Hij zal straf oefenen over de goddelozen, opdat Hij de zachtmoedigen verlosse en bescherme. 20) de aarde Dat is, de mensen op de aarde, te weten de goddelozen, gelijk straks volgt. 21) slaan Te weten in hunne conscientin, derzelve overtuigende van hunne zonden, hun hunne ellenden en verdoemenis te kennen gevende. Zie hiervan een voorbeeld Hand. 2:37. Ac 2.37 22) met de roede Dat is, met de kracht der predikatie van zijn Woord, hetwelk is de geestelijke scepter van zijn koninkrijk, scherper dan enig tweesnijdend zwaard, Hebr. 4:12; zie dergelijke manier van spreken Job 22:22; Ps. 33:6; 2 Thess. 2:6; Openb. 1:16, en Openb. 2:16, en Openb. 19:15. Heb 4.12 Job 22.22 Ps 33.6 2Th 2.6 Re 1.16 2.16 19.15 23) met den adem Dat is, met zijn Woord of predikatie van hetzelve, gelijk straks. 24) den goddeloze Dat is, alle goddelozen; dat is, Hij zal de leer der goddelozen overtuigen van valsheid, en hun leven van goddeloosheid, en dat zal Hij zo krachtiglijk doen, dat zij in hunne conscientin zullen overtuigd worden dat zij der verdoemenis waardig zijn, of immers wel verdiend hebben verdaan en te schande gemaakt te worden, 2 Thess. 2:8; en eindelijk zal Hij alle onbekeerlijken metterdaad straffen. 2Th 2.8 Hebrews 4:12
29) Want het Woord Gods Sommigen verstaan dit van Christus, die het Woord Gods, genoemd wordt, Joh. 1:1; Openb. 19:13, en de gehele beschrijving, die volgt, komt daarmede ook wel overeen. Doch dewijl Paulus den persoon van Christus in zijn andere Schriften met dezen naam niet noemt, zo kan het hiervoor het woord des Evangelies geschikter genomen worden, welks kracht ook elders wordt beschreven. Zie Rom. 1:16; 2 Cor. 3:8,9; 1 Petr. 1:23,25. Joh 1.1 Re 19.13 Ro 1.16 2Co 3.8,9 1Pe 1.23,25 30) levend en krachtig, Namelijk door de werking des Heiligen Geestes, die dit leven en kracht daardoor in onze harten openbaart. 31) dan enig tweesnijdend zwaard, Grieks boven alle tweesnijdend zwaard. Het Griekse woord betekent eigenlijk een zwaard dat twee monden heeft, en van twee zijden bijt of snijdt, gelijk uit Christus' mond een scherp zwaard ook wordt gezegd te gaan, Openb. 19:15. Zie ook Jes. 11:4, en Ef. 6:17. Waardoor bij gelijkenis te kennen gegeven wordt, dat Gods Woord op de ene zijde de harten verslaat door de overtuiging der zonden en straffen, die de mens heeft verdiend, en aan de andere zijde de harten zuivert, en de kwade begeerlijkheden doodt, om voor Christus voortaan te leven. Zie een voorbeeld Hand. 2:37,38. Re 19.15 Isa 11.4 Eph 6.17 Ac 2.37,38 32) de verdeling der ziel Dat is, tot de binnenste bewegingen van den wil en het verstand des mensen. Zie ook 1 Thess. 5:23. 1Th 5.23 33) der samenvoegselen, Dat is, van hetgeen aldaar meest verborgen schijnt te zijn in den mens, gelijk het merg en de samenvoeging der leden zijn. 34) een oordeler der gedachten Gods Woord wordt gezegd de gedachten en overlegging der harten te oordelen of te onderscheiden, omdat de mens door Gods Woord onderricht en vermaand zijnde, zichzelf onschuldigt, of beschuldigt voor Gods oordeel, en zich zelven daarover voor God vernedert, of ook moed geeft om tot den troon Zijner genade vrijmoedig te gaan. Zie 1 Cor. 14:24,25. 1Co 14.24,25 Revelation of John 1:16
43) zeven Deze sterren worden hierna, Openb. 1:20, verklaard te zijn de engelen of opzieners der gemeente, die bij sterren worden vergeleken, omdat zij de gemeente met hun leer en leven moeten voorlichten, gelijk de sterren de reizende lieden te land en te water doen. Re 1.20 44) in zijn Deze sterren worden gezegd te zijn in de rechterhand van Christus, omdat Hij die zendt, regeert en beschermt, en door hen krachtig is in de harten der mensen, en nochtans ook machtig om hen te straffen, zo zij hun beroep niet behoorlijk waarnemen; gelijk af te nemen is uit Openb. 2:1,5. Re 2.1,5 45) tweesnijdend Namelijk van Zijn woord, zo door Zijn beloften, tot troost der gehoorzamen, als door Zijn dreigementen tot straf der ongehoorzamen, gelijk verklaard wordt Openb. 2:16, en Openb. 19:15. Zo wordt ook Gods Woord genoemd Ef. 6:17; Hebr. 4:12. Re 2.16 19.15 Eph 6.17 Heb 4.12 46) gelijk de Hierdoor wordt de heerlijkheid van Christus aangeduid, gelijk ook de gelovigen hiernamaals in het eeuwige leven, Matth. 13:43; die nochtans geen heerlijkheid hebben dan van Christus en door Christus. Mt 13.43
Copyright information for
DutKant