Isaiah 11:6

27) de wolf

Dat is, de boze, kwade, wilde, woeste mensen, zo Joden als heidenen, zullen door de predikatie van Christus en van zijne dienaren en de innerlijke werking van den Heiligen Geest zo veranderd worden, dat zij, afleggende hun boze genegenheden, met den geest der liefde en der zachtmoedigheid zullen aangedaan worden, alzo dat zij goedertieren en beleefd met elkander zullen leven en verkeren, zonder hun enig leed of schade aan te doen. Zie Jes. 65:25; Hos. 2:17.

Isa 65.25 Ho 2.18

28) verkeren,

Of, wonen, herbergen.

29) het mestvee

Of, het vette vee.

30) een klein jongske

Dat is, de minste discipel of dienaar van onzen Heere Christus, al is hij gering in de ogen der mensen, zal hen besturen en regeren door de leer van het heilige Evangelie, want er zal gewillige gehoorzaamheid bij de mensen wezen, zijnde door den Geest Gods innerlijk bewogen om het Woord des Heeren aan te nemen.

John 14:27

54) Vrede laat Ik

Dat is, een ware en vaste gerustheid des gemoeds in God, ontstaande uit ene verzekerdheid van de vergeving uwer zonden.

55) Mijn vrede geef

Dat is, die Ik door mijn dood en opstanding u zal verwerven en toebrengen; Rom. 5:1.

Ro 5.1

56) ontroerd en zij

Namelijk over mijn weggaan.

Romans 5:1

1) vrede bij God,

Dat is, vriendschap Gods, daar wij tevoren zijne vijanden waren, Rom. 5:8,10, en de verzekerdheid daarvan in ons gemoed, waardoor wij in God worden gerust gesteld; Joh. 16:33; Rom. 14:17.

Ro 5.8,10 Joh 16.33 Ro 14.17

Romans 14:17

81) het Koninkrijk Gods

Dat is, het koninkrijk der heerlijkheid of der eeuwige zaligheid wordt niet verkregen door spijs eten of niet eten, en het rijk der genade of de ware godzaligheid wordt daardoor niet bevorderd. Zie 1 Cor. 8:8.

1Co 8.8

82) rechtvaardigheid,

Namelijk Gods of des geloofs, die tevoren beschreven is, Rom. 4:5. Waarmede de heiligheid des levens ook gevoegd moet zijn.

Ro 4.5

83) vrede,

Namelijk gerustheid in onze harten en conscienti‰n door de verzekering, dat wij en ons doen door het geloof Gode aangenaam zijn, Rom. 5:1, en ook uiterlijke vrede en enigheid onder de broeders.

Ro 5.1

84) blijdschap,

Dat is, een geestelijke vreugde in het hart, ontstaande uit de vaste hoop der zaligheid en uit aanmerking van den welstand der gemeente in vrede bloeiende.

85) door den Heiligen Geest.

Grieks, in den Heiligen Geest; dat is, die van den Heiligen Geest gewrocht en ontstoken wordt, en een geestelijke, niet een wereldse blijdschap is.

Philippians 4:7

28) de vrede Gods,

Zie van dezen vrede Rom. 5:1, en Rom. 14:17.

Ro 5.1 14.17

29) die alle verstand

Dat is, die een zo groot en uitnemend goed is, dat het van geen menselijk verstand kan begrepen, veel minder met menselijke tongen uitgesproken worden.

30) zinnen

Of, uwe gedachten.

31) bewaren

Het Griekse woord betekent met wacht of bezetting tegen de vijanden iets bewaren. Zie 1 Petr. 1:5.

1Pe 1.5
Copyright information for DutKant