Isaiah 18:2

5) Dat gezanten

Anders: Hij zendt gezanten, enz., verstaande dit van God, die door zijne regering beschikt dat de Moren verschrikt worden door de tijdingen van de aankomst des vijands, uit vergelijking van Ezech. 30:9. Anderen verstaan het van de Moren, [of hun koning Tirhaka, 2 Kon. 19:9], die gezanten zonden om te zamen met de Egyptenaars den Assyri‰r [op der Joden begeerte] den krijg aan te zeggen, of, [gelijk sommigen] tot de Joden, om hun hulp te beloven, of, [gelijk anderen] tot verscheidene naastgelegen volken, om een groot krijgsheir te verzamelen tegen den inval der Assyri‰rs.

Eze 30.9 2Ki 19.9

6) in schepen

Dusdanige schepen en schuiten gebruikte men in die landen, vanwege de lichtheid, en omdat zij zo haast niet braken of barstten als de houten, wanneer zij ergens tegen de klippen aanstootten, waar de rivier de Nijl vol van is. Hebreeuws, in vaten.

7) snelle boden!

Hebreeuws, lichte boden; zie Job 7:6.

Job 7.6

8) dat getrokken is

Dit kan zijn een beschrijving van de Assyri‰rs, die wijd van hun land waren afgetrokken en door de langdurige oorlogen kaal en berooid. [Vergelijk Ezech. 29:18]. Een vreeslijk volk van den beginne aan en doorgaans, Gen. 10:8,9, enz., die een iegelijk regel en maat wilden stellen, andere volken vertraden, en in hun land vele rivieren hadden, die hetzelve [gelijk gemeenlijk geschiedt] plegen af te spoelen. Sommigen duiden het op de ingezetenen van Morenland en andere volken daaraan gelegen, wijd en zijd verspreid, rank van lijf, dun van haar, wild en vreeslijk, de een aan den ander verre heen gelegen, of dat regelsgewijze zou vertreden worden, of waarover God het richtsnoer zijner straf zou trekken. Vergelijk 2 Kon. 21:13; Jes. 34:11, enz. Anderen nemen het als ene beschrijving van het Joodse volk, dat veel had geleden en van God regel op regel ontvangen, Jes. 28:10, en vanwege de grote wonderwerken Gods vreeslijk was, hoewel vele vijanden [gelijk geweldige rivieren, Jes. 8:7, enz.] hun land beroofden; van welk alles de verstandige lezer zal mogen oordelen.

Eze 29.18 Ge 10.8,9 2Ki 21.13 Isa 34.11 28.10 8.7

9) van dat het was

Dat is, van dien tijd af dat het een volk geweest is en doorgaans henen. Anders: van hun begin af tot hier toe.

10) van regel en regel,

Hebreeuws, een volk des regels regels, of der linie linie.

Copyright information for DutKant