Isaiah 20:5-6
19) zij zullen Te weten de Filistijnen en ook de Joden, die vastelijk hoopten dat de Egyptenaars Sanherib zouden verdrijven. Zie 2 Kon. 18:21. 2Ki 18.21 20) van de Moren, Dat is, vanwege de Moren. 21) op dewelke zij zagen, Hebreeuws, hunne aanschouwing; dit is toevoorzicht; dat is, van welken zij hulp verwachtten en op welken zij zich verlieten. 22) hun roem. Dat is, op wier hulp zij roemden en pochten. 23) van dit eiland Dat is, van dit land; te weten der Filistijnen en der Joden. Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk en gemeenlijk een eiland, maar het kan hier in zijn eigen betekenis niet genomen worden van alle andere natin, tenzij te dezen aanzien, dat de Joden en Filistijnen afgezonderd waren van alle andere natin gelijk de eilanden van alle andere landen, door de zee, of rivieren afgezonderd worden. Of, de profeet noemt het land der Filistijnen en der Isralieten een eiland, omdat zij van hunne vijanden rondom omsingeld waren, gelijk een eiland rondom in het water ligt en daarvan omsingeld is. Zie wijders Gen. 10:5, en Ps. 72:10. Ge 10.5 Ps 72.10 24) op welken Hebreeuws, onze aanschouwing, enz.; zie Jes. 20:5. Dat is, op welken wij onze ogen geslagen hadden. Isa 20.5 25) van het aangezicht Of, van den koning van Assyri.
Copyright information for
DutKant