Isaiah 30:21

71) [desgenen, die]

Dat is, God zal u als nagaan, u voeren en leiden met zijn Woord en Geest, gelijk een poedagoog of leermeester zijne discipelen voor zich gaan laat, om te beter op hen te passen.

72) de weg,

Te weten de weg, die ten hemel leidt.

73) als gij zoudt

Alsof hij zeide: Zo haast als gij van den rechten weg zoudt aftreden, zo zal u de Heere met den straf zijns Woord wederom op den rechten weg brengen; zie Ps. 23.

Isaiah 35:8

18) een verheven baan

De zin is, de Christelijke kerk zal geen wilde onvruchtbare woestijn zijn, maar in dezelve zal de rechte weg der zaligheid gewezen worden, door het geloof aan Jezus Christus, die ons reinigt van al onze zonden, en Hij geeft ons den Heiligen Geest, die ons vernieuwt en herbaart tot een nieuw godzalig leven.

19) de onreine

Te weten die nog in zijne zonden ligt; zie Openb. 22:15.

Re 22.15

20) hij zal

Te weten dien weg.

21) voor deze zijn;

Te weten voor degenen, die heilig zijn, gelijk de weg heilig is, dat is, voor de ware ledematen der Christelijke kerk, die door den Heere vrijgekocht zijn, Jes. 35:10.

Isa 35.10

22) wandelt,

Reist, gaat, of gaan zal, te weten op dezen heiligen weg.

23) de dwazen

Dat is, degenen die in de goddelijke zaken niets verstaan, of de eenvoudige Christenen.

24) zullen niet dwalen.

Dewijl zij een vaste en effen baan zullen hebben, op welke hen de Heere zal voeren en leiden.

Jeremiah 6:16

47) oude paden,

Hebreeuws, paden der eeuwigheid; dat is, die God zijn volk in voortijden altoos geleerd en geleid heeft om hen tot de zaligheid te brengen. Vergelijk boven Jer. 2:17, en onder Jer. 18:15.

Jer 2.17 18.15

48) rust vinden

Troost en zaligheid.

Matthew 22:16

21) Herodianen,

Sommige oude leraars menen dat deze Herodianen een bijzondere sekte waren, die ene mengeling uit den Joodse en den heidense godsdienst, van Herodes den Grote ingevoerd, toestonden en navolgden. Hetwelk overeenkomt met Mark. 8:15. Anderen menen dat zij ook hovelingen of dienaars waren van Herodes Antipas, die deze schattingen voor de keizer vergaderden, en aan degenen, die zulke schatting zouden weigeren of ontkennen geoorloofd te zijn, de handen sloegen, hetwelk uit de woorden van Luk. 20:20, afgenomen wordt.

Mr 8.15 Lu 20.20

22) persoon des mensen niet aan;

Grieks, aangezicht; dat is, de uiterlijke gestaltenis of gelegenheid des mensen, gelijk daar is macht, rijkdom, maagschap of dergelijke.

Acts 9:2

4) Damaskus,

Dit was de hoofdstad van Syri‰, gelegen aan de ene zijde van den berg Libanon, omtrent vijf of zes dagen reizens van Jeruzalem; een heidense stad, maar waar velen van de verstrooide Joden woonden en synagogen hadden. Zie Hand. 9:22; Hand. 26:12; 2 Cor. 11:32.

Ac 9.22 26.12 2Co 11.32

5) dien weg waren,

Dat is, die leer. Hebre‰n. Zie Hand. 24:14.

Ac 24.14

Acts 18:25-26

56) in den weg

Dat is, in de leer des Heeren Christus, die ons den weg der zaligheid aanwijst; Matth. 22:16; Hand. 9:2, en Hand. 22:4, en Hand. 24:14.

Mt 22.16 Ac 9.2 22.4 24.14

57) onderwezen; en

Grieks Catechemenos; dat is, door levende stem onderwezen in de beginselen der Christelijke religie.

58) den doop van

Dat is, zoveel van Christus als Johannes de Doper Zijne discipelen geleerd en deze leer aan hen met den doop bevestigd had, bij welken niet werden uitgedeeld de buitengewone gaven des Heiligen Geestes, gelijk bij den doop der apostelen aan velen geschiedde; Hand. 8:15, en Hand. 19:3.

Ac 8.15 19.3
59) den weg Gods

Zie Hand. 18:25.

Ac 18.25

60) bescheidenlijker uit.

Dat is, overvloediger in alle delen der leer, van stuk tot stuk.

Copyright information for DutKant