Isaiah 31:4-5

13) een volle menigte

Of, een groot getal. Hebreeuws, de volheid der herders; dat is, al wat er voor herders omtrent zijn.

14) vanwege

Of, omdat hunner een groot getal is. Anders: vanwege het gewoel.

15) nederdalen,

Te weten uit den hemel.

16) om te strijden

Te weten tegen de Assyri‰rs.

17) voor den berg Sions

Dat is, voor Jeruzalem, of voor zijn volk. Zie de vervulling 2 Kon. 19:35. Anders: op den berg Zion.

2Ki 19.35

18) voor haar heuvel.

Of, op haren heuvel. Versta hier door dezen heuvel den berg Moria, op welken de tempel stond. Hij wordt genoemd een heuvel van Zion, omdat hij lager of kleiner is dan de berg Zion, waarop de stad Davids lag.

19) Gelijk

Anders: gelijk de vogelen [rondom hun nest] vliegen; te weten om dat te beschermen.

20) doorgaande

Of, voorbijgaande, of overspringende. In het Hebreeuws is hetzelfde woord waar pascha, of doortocht, van komt. Versta dan dit alzo: Hij zal de Assyri‰rs in korten tijd verdelgen, te weten in ‚‚n nacht, gelijk Hij eertijds de Egyptenaars gedaan heeft; Exod. 12:12, enz.

Ex 12.12

21) Hij haar

Of, zal hij hen; te weten de burgers van Jeruzalem.

Haggai 2:5-6

7) al gij volk des lands!

Dit spreekt hij tot den gemenen onder de Joden.

8) werkt,

Dat is, gaat voort in het bouwen. Zie van het woord werken, Ruth 2:19; Spreuk. 31:13.

Ru 2.19 Pr 31.13
9) het woord,

Te weten, met dat woord, door hetwelk de hemelen gemaakt zijn, Ps. 33:6,9; dat is, met Christus, in welken Ik; dat is, in en door welken Christus Ik een verbond met ulieden gemaakt heb, waarom Christus Mal. 3:1, de engel des verbonds genoemd wordt, en de apostel zegt 2 Cor. 1:20, dat de belofte in Christus alleen ja en amen is. Anders: naar het woord, doe Ik met ulieden, enz.; dat is, naar de beloften, die Ik uwen vaderen en ulieden gedaan heb, dat Ik wilde zijn hun God en huns zaads God na hen; Gen. 15:18.

Ps 33.6,9 Mal 3.1 2Co 1.20 Ge 15.18

10) gij uit Egypte uittrokt,

Te weten, besloten zijnde in de lenden uwers vaderen. Zie gelijke manier van spreken Hand. 7:53.

Ac 7.53

11) Mijn Geest,

Versta, den Heilige Geest, die onze zwakheid mede te hulp komt, Rom. 8:26. Dit vers heeft een klaar bewijs van de drie personen der Heilige Drievuldigheid.

Ro 8.26

12) staande in het midden van u;

Dat is, bij u tegenwoordig zijnde met zijn krachtige werking. Anders: en mijn Geest zal in het midden van u blijven; dat is, Hij zal ulieden in het uitvoeren van het werk van dit gebouw kracht verlenen; derhalve vreest niet, de zaak zal een goeden voortgang hebben.

Hebrews 12:26

68) Wiens stem toen

Namelijk Jezus Christus; want Hij was die engel des aangezicht Gods die tot Mozes sprak, Exod. 3:2,4, enz. en door wien ook de wet is gegeven; Hand. 7:38.

Ex 3.2,4 Ac 7.38

69) de aarde bewoog;

Namelijk in het geven van de wet; waarvan zie Exod. 19.

70) heeft Hij

Namelijk dezelfde Jezus Christus, als de eeuwige Zoon van God en middelaar tussen God en de mensen. Want de gehele samenvoeging der woorden vereist deze verklaring.

71) verkondigd,

Namelijk door den profeet Hagga‹, Hagg. 2:7, waar hij van de komst van Christus en van de roeping der heidenen profeteert.

Hag 2.6

72) zal Ik bewegen niet alleen de aarde,

Namelijk eensdeels door grote wonderen aan hemel en aarde, gelijk in de komst van Christus, en ten tijde van Zijn lijden en van Zijn opstanding is geschied; maar inzonderheid door de krachtige prediking van het evangelie en de zending van den Heiligen Geest over de gehele aarde, waardoor de ceremoni‰ele dienst der wet en de afgoderij der heidenen is teniet gedaan, en de geestelijke godsdienst alom opgericht; hetwelk een grote beweging en verandering, niet alleen op aarde, maar ook in den hemel veroorzaakt heeft, alzo ook de engelen zich daarover verwonderen en begerig zijn daarin te zien; Ef. 3:10; 1 Petr. 1:12.

Eph 3.10 1Pe 1.12
Copyright information for DutKant