Isaiah 38:12

18) Mijn levenstijd

Of, mijn leeftijd; anders mijne woning, mijn verblijftijd. Hebreeuws, dor; zie Ps. 12:8.

Ps 12.7

19) weggetogen,

Of, weggerukt.

20) eens herders hut;

Die niet vast of gestadig op ene plaats blijft, maar van de ene plaats op de andere gebracht wordt, naar gelegenheid van zaken; zie Job 27:18.

Job 27.18

21) afgesneden,

Of, afgeknipt, afgescheurd, afgebroken. De zin is: Ik heb den Heere, door mijne zonden, daartoe oorzaak gegeven, dat Hij mijn leven v¢¢r den natuurlijken tijd wil afsnijden.

22) [zijn web;]

Te weten als hij het afgeweven heeft.

23) Hij zal mij afsnijden,

Te weten de Heere. Hier is verandering van persoon, want hij spreekt van God somwijlen in den derden persoon, somwijlen tot God in den tweeden persoon.

24) den drom;

Dit woord betekent ook bij de Hebre‰n een haarband, Hoogl. 7:5, zie de aantekening aldaar. Anders, als een dunnen draad.

So 7.5

25) van den dag

Dat is, haast, in korten tijd, eer de dag voorbijgaat en het avond wordt, alzo ook Jes. 38:13.

Isa 38.13

26) Gij mij

O Heere.

27) ten einde

Of, afweven, en dan afsnijden, alzo ook Jes. 38:13.

Isa 38.13
Copyright information for DutKant