Isaiah 38:13
28) mij voor Te weten in mijne gedachten; dat is, ik dacht. Anders: ik rekende tot den morgen, dat Hij als een leeuw al mijne beenderen zou breken. Of aldus: ik stelde mij hem tot den morgen toe, als een leeuw, dat Hij alzo al mijne beenderen zou breken, enz. 29) tot den morgenstond Te weten mag ik leven, of mocht ik toch tot morgen leven. Het volgende nemen anderen aldus: [doch] Hij brak gelijk een leeuw al mijn beenderen. 30) Hij al mijn Te weten God, of zij; te weten de ziekte, of de ellende; zie Job 10:16. Job 10.16 31) beenderen Zie Job 7:15. Job 7.15 32) van den dag Dat is, nog heden, eer de nacht komt. 33) mij ten einde Dat is, mijn leven, mijne jaren.
Copyright information for
DutKant