Isaiah 40:2

3) Spreekt

Te weten ten tijde der verschijning van Christus in het vlees.

4) naar het hart

Dat is, vriendelijk en troostelijk. Zie Gen. 34:3.

Ge 34.3

5) van Jeruzalem,

Dat is, van de burgers te Jeruzalem en de kerk Gods in het algemeen.

6) roept haar toe,

Of, predikt haar.

7) haar strijd

Aldus noemt hij allerlei ellende en zwarigheid, waarmede zij te strijden hadden gehad, toen God hem met dezelve bezocht had; in het bijzonder kan men hieronder verstaan de zware oorlogen, waarmede het Joodse volk v¢¢r de tijden van Christus is bezocht geweest; en versta wijders inzonderheid de vijandschap tussen God en ons, die door Christus den Middelaar is weggenomen. Anders: hun gezetten tijd. Zie de aantekening Job 7:1.

Job 7.1

8) ongerechtigheid

Dat is, al hunne zonden.

9) verzoend is,

Hebreeuws, aangenaam, of welgevallig is geworden; namelijk God den Heere; dat is de boetvaardige zondaars zijn in genade ontvangen door de voldoening van onzen Heere Christus en de vergeving hunner zonden. Vergelijk boven Jes. 27:9.

Isa 27.9

10) dat zij van de hand

Of, want zij heeft van, enz. Als God zijn volk kastijdt, en dat dan hetzelve zich onder zijn slaande hand verootmoedigt, zo worden terstond de ingewanden zijner barmhartigheid [gelijk de Schriftuur menselijk van God spreekt] over hetzelve beroerd, en het berouwt Hem dat Hij hen hard geslagen heeft; zie Jer. 16:18.

Jer 16.18

11) dubbel

Dat is, overvloedig genoeg; vergelijk Jer. 16:18, en Jer. 17:18, ook onder Jes. 61:7.

Jer 16.18 17.18 Isa 61.7
Copyright information for DutKant