Isaiah 44:20

72) Hij

Te weten de afgodendienaar.

73) voedt zich

Of, weidt zich met as; dat is, hij zoekt verkwikking bij zijne afgoden, maar tevergeefs, het is even zoveel alsof hij as at om daarvan verzadigd te worden. Zie Job 13:12, en Hos. 12:2.

Job 13.12 Ho 12.1

74) [ter zijde]

Te weten van den waren God, religie, of godsdienst. Of aldus: Het hart is bedrogen, het heeft hem afgeleid.

75) niet redden kan,

Te weten uit de dwaling en valse religie.

76) een leugen

Of, valsheid, of bedriegerij; dat is, een bedriegelijke zaak of bedriegelijk ding.

77) in mijn rechterhand?

Dat is, bij dezen valsen god, waarmede ik omga.

Jeremiah 22:22

54) De wind

Dat is, al uw geestelijke en wereldse regeerders zullen beschaamd staan in hun ijdele inbeeldingen, raadslagen en hoop, enz.; die hen niet meer zullen sterken dan wanneer iemand van den wind meent te leven. Vergelijk Pred. 1:14; Hos. 12:2. Anders: afweiden; dat is, zij zullen verdwijnen als rook voor den wind.

Ec 1.14 Ho 12.1

55) liefhebbers

Priesters en valse profeten, waarmede gij geboeleerd hebt.

Hosea 8:7

23) wind gezaaid,

Dat is, afgoderij en heidense verbonden hebben zij nagejaagd, dies zullen zij de vrucht hunner werken genieten; zodanig hun doen is, zodanige straf zal er op volgen. Vergelijk Job 4:8, met de aantekening en onder Hos. 12:2.

Job 4.8 Ho 12.1

24) wervelwind maaien;

Dat is, Gods schrikkelijke en onvermijdelijke lagen. Zie Job 9:17; Ps. 83:16; Spreuk. 1:27; Jer. 4:13; Amos 1:14, met de aantekening.

Job 9.17 Ps 83.15 Pr 1.27 Jer 4.13 Am 1.14

25) het zal geen staande koren hebben,

Te weten zaad, of hij, te weten Isra‰l. Gelijk zij met ijdelheid hebben omgegaan, alzo zal al hun arbeid ijdel zijn, of niets voortbrengen; of, wat er van moge voortkomen, zal voor den vijand zijn.

26) uitspruitsel

Of, gewas, zonder iets van voortkomt.

27) maken;

Dat is, geven, daar zal geen meel van komen, en zo in het volgende, en onder Hos. 9:16; zie Ps. 1:3.

Ho 9.16 Ps 1.3

28) vreemden

Of, uitlandse, dat is heidense vijanden.

29) verslinden.

Dat is, zal zekerlijk van de vijanden verteerd worden, waarvan de beginselen klaar zijn.

Micah 2:11

52) die met

Of, die met wind en valsheid omgaande, liegt, [zeggende]: enz.

53) wind omgaat

Dat is, met ijdele valse profetie‰n, die de ziel zo weinig kunnen stichten en troosten als het lichaam van wind gevoed kan worden., Verg. Job 6:26; Jer. 5:13; Jes. 41:29; Jer. 22:22, Anders, met de geest; dat is, zich valselijk beroemt van openbaringen van de Geest Gods. Zie Ezech. 13:3, en Hos. 9:7.

Job 6.26 Jer 5.13 Isa 41.29 Jer 22.22 Eze 13.3 Ho 9.7

54) profeteren

Gelijk Micha 2:6.

Mic 2.6

55) wijn en voor sterken drank

Of, bij de wijn. Verg. onder Micha 3:5; Jes. 28:7,8, of van wijn, enz.; dat is van een goed wijnjaar, geluk, voorspoed en vrede. Zie Jer. 13:12, Jer. 23:16,17, en Jer. 29:8,9; Hoogl. 2:14.

Mic 3.5 Isa 28.7,8 Jer 13.12 23.16,17 29.8,9 So 2.14

56) profeet dezes volks

Dat is, een aangenaam profeet bij dit volk, of voor dit volk.

Copyright information for DutKant