Isaiah 47:14

41) zij zullen zijn

Hebreeuws, zij zijn geweest; betekenende de zekerheid dezer profetie.

42) zichzelven

Hebreeuws, hunne ziel; gelijk Jes. 46:2. En kunnen zij zichzelven niet verlossen, veel minder zullen zij anderen kunnen verlossen uit de ellenden, die Babylon zullen overkomen.

Isa 46.2

43) uit de macht

Hebreeuws, uit de hand.

44) der vlam;

Dat is, van den vijandelijken aanval en inval hunner vijanden, der Perzen en Meden.

45) het zal geen

De zin is, dat de vlam, in het voorgaande vermeld, hen gewisselijk verteren zal, zijnde geen vuur om bij te warmen, maar om te verteren en te verslinden. Of, als anderen: Gelijk de stoppelen geen bestendigen gloed noch warmte geven, alzo is er bij de toverij en bij de sterrenkijkerij gene hulp te vinden. Anders: het zal geen kool zijn hunner spijze, dat is, om daarbij te koken.

Copyright information for DutKant