Isaiah 49:15

69) haar zuigeling

Of, van haar zuigkind, of van haar klein kind; gelijk Jes. 65:20.

Isa 65.20

70) zoon

Zie gelijke manier van spreken Spreuk. 21:2.

Pr 21.2

71) Ofschoon

Of, ja dezelve; te weten vrouwen; anders: nog kunnen dezen vergeten, of maar of zij ze vergaten, zo zal Ik nochtans, enz.

72) vergate,

Te weten haar kind of kinderen. Zie Ps. 27:10.

Ps 27.10

73) u niet vergeten.

O Zion, o Jeruzalem, dat is, o mijne kerk, mijn volk. Versta dit niet zozeer van een lichamelijke als van een geestelijke verlossing; Rom. 9:6,7.

Ro 9.6,7
Copyright information for DutKant