Isaiah 49:8

42) de HEERE:

Te weten God de Vader.

43) In dien tijd

Dat is, ten tijde als Ik mijne genade en goedertierenheid heb willen openbaren door de predikatie van het heilig Evangelie, en Ik U gezonden heb tot een Heiland der wereld om te lijden voor de zonden van mijn volk; 2 Cor. 6:2.

2Co 6.2

44) heb Ik

Dit wordt gesproken in den verleden tijd; maar het is te verstaan in den toekomenden tijd.

45) U verhoord,

O Christus.

46) en ten dage

Dit si met andere woorden hetgeen straks gezegd is.

47) heb Ik U

Dat is, Ik heb u ondersteund toen gij in de pijnen der hel waart, en heb uw lichaam voor verderf bewaard toen gij in het graf laagt; ja Ik heb u van de doden opgewekt en aan mijne rechterhand gesteld. Zie 2 Cor. 6:2.

2Co 6.2

48) bewaren,

Te weten tegen al uwe vijanden, dat gij van geen derzelven overwonnen wordt.

49) tot een verbond

Dat is, tot een Middelaar des verbonds, gelijk boven Jes. 42:6.

Isa 42.6

50) des volks,

Te weten van het volk Gods.

51) het aardrijk

Dat is, de inwoners der aarde, te weten de uitverkorenen. De zin is: Opdat Gij, Jezus Christus, uw kerk, die uw erve is, wederom opricht en daarin woont.

52) de verwoeste

Men kan hier door de verwoeste erfenissen verstaan, eerst het land Kana„n, dat ten tijde der Babylonische gevangenschap verwoest was; zie Jes. 49:19 en voorts de zaligheid, waarvan de duivel de uitverkorenen poogde te onterven, te beroven, en hun dezelve woest te maken.

Isa 49.19

2 Corinthians 6:2

6) Hij zegt:

Namelijk Jes. 49:8, waar God de Vader alzo spreekt tot Zijnen Zoon, en de opbouwing van Zijne gemeente door Hem in Zijne toekomst belooft.

Isa 49.8

7) Zie nu is het

Dit zijn nu de woorden van Paulus, met welke hij de voorgaande woorden verklaart en op den tijd des Nieuwen Testaments past.

8) de welaangename tijd;

Of, de tijds des welbehagens, gelijk het Hebreeuwse woord bij Jesaja eigenlijk luidt, dien God in Zijn welbehagen bestemd had, om de mensen alom door Christus en Zijne dienaars tot bekering te roepen en hun krachtig door Zijnen Geest daartoe te brengen; Hand. 2:16,17, en Hand. 17:30,31, enz.

Ac 2.16,17 17.30,31
Copyright information for DutKant