Isaiah 52:10
32) Zijn heiligen arm Hebreeuws, den arm zijner heiligheid; dat is, zijn goddelijke almachtigheid, die Hij in het verlossen van zijn volk bewezen heeft; vergelijk hiermede Luk. 1:51. Lu 1.51 33) ontbloot Dat is, uitgestrekt om de Babylonirs te slaan en zijn volk uit hunne hand te verlossen, en de Christelijke kerk van haar geestelijke vijanden. 34) al de einden Dat is, al de mensen, wonende aan de uiterste einden der wereld. Dit is geschied toen Christus zijne apostelen heeft uitgezonden om het Evangelie te gaan prediken in de ganse wereld; Matth. 28. 35) het heil onzes Gods. Dat is, het heil, hetwelk onze God ons doen en bewijzen zal.
Copyright information for
DutKant