Isaiah 58:11

44) leiden,

Gelijk een herder zijne schapen leidt.

45) in grote droogten,

Hebreeuws, in dorrigheden; dat is, in dure tijden en hongersnood.

46) vaardig maken;

Of, vet maken, dat is sterken. Zie Spreuk. 15:30.

Pr 15.30

47) springader

Hebreeuws, uitgangen.

48) ontbreken.

Hebreeuws, liegen, dat is, denwelken het nimmermeer aan water ontbreekt, en derhalve niemand tevergeefs komt om daaruit te scheppen of putten; vergelijk Job 6:15, en Job 40:28.

Job 6.15 41.9
Copyright information for DutKant